dichter bij een punt

Opgave - BaMO 1996 vraag 1

Bewijs dat in iedere driehoek, het midden van de omgeschreven cirkel dichter bij het zwaartepunt van de driehoek ligt dan bij het midden van de ingeschreven cirkel.

Oplossing

$$OH^2 = 9R^2-(a^2+b^2+c^2) = 9 OZ^2$$

We moeten dus bewijzen dat $$OI^2 = R^2-2rR \geq R^2-\frac{1}{9} (a^2+b^2+c^2)$$
Wat wegens $$Rr = \frac{rs}{s}\cdot \frac{4R}{abc} \cdot \frac{abc}{4} = S\cdot\frac{1}{S}\cdot \frac{abc}{4s}$$
equivalent is met $$(a+b+c)(a^2+b^2+c^2) \geq 9abc$$

Wat triviaal is met $AM-GM$ en $QM-GM$.