klinkt als combinatoriek

Opgave - IMOSL 2017 dag 4 vraag 6

Zij $n\ge3$ een natuurlijk getal. Twee regelmatige $n$-hoeken $\mathcal{A}$ en $\mathcal{B}$ in het vlak, zijn gegeven. Bewijs dat de hoekpunten van $\mathcal{A}$ die in$\mathcal{B}$ of op zijn rand liggen, opeenvolgend zijn.

Equivalent; bewijs dat er een rechte getrokken kan worden die de hoekpunten van $\mathcal{A}$ die in $\mathcal{B}$ of op de rand liggen, scheidt van de andere hoekpunten van $\mathcal{A}$.