Raaklijn

Opgave - EGMO 2016 dag 1 vraag 2

Zij $ABCD$ een koordenvierhoek en laat diagonalen $AC$ en $BD$ snijden in $X$. Zij $C_1,D_1$ en $M$ de middens van $[CX],[DX]$ en $[CD]$, respectievelijk. Rechten $AD_1$ en $BC_1$ snijden in $Y$, rechte $MY$ snijdt diagonalen $AC$ en $BD$ in twee verschillende punten $E$ en $F$ resp.
Bewijs dat de rechte $XY$ rakend in aan de cirkel door de punten $E,F$ en $X$.