G2

Opgave - IMOSL 2006 dag 1 vraag 15

Zij $ABCD$ een trapezium met evenwijdige zijden $AB > CD$. Punten $K$ en $L$ liggen op lijnstukken $AB$ en $CD$, respectievelijk, zodat $AK/KB = DL/LC$. Verderonderstel dat er punten $P$ en $Q$ op het lijnstuk $KL$ liggen waarvoor
$\angle APB = \angle BCD$ and $\angle CQD = \angle ABC$.
bewijs dat $P, Q, B$ en $C$ op een cirkel liggen.