convexe veelhoek

Opgave - USAMO 1981 vraag 4

Een convexe veelhoek heeft $n$ zijden. Ieder hoekpunt wordt verbonden met een punt $P$ niet in hetzelfde vlak. Als $A,B,C$ naburige hoekpunten zijn van de veelhoek, neem dan de hoek tussen de vlakken $PBA$ en $PBC$. De som van de $n$ zo'n hoeken is gelijk aan de som van de hoeken gevormd door het punt $P$ en de zijden van de veelhoek (zoals onder andere $\angle APB$). Toon aan dat $n=3$.