functierij

Opgave - APMC 1993 dag 1 vraag 3

Definieer $f\mathbb N\rightarrow\mathbb N$ als $f(n)=n+1$ als $n$ een natuurlijke macht is van een priemgetal en $f(n)=w_1+w_2+\cdots+w_k$ wanneer $n$ een product is van de coprieme machten $w_1,w_2,\ldots,w_k$. Bijvoorbeeld $f(12)=7$. Vind de kleinste term van de (oneindige) rij $m,f(m),f(f(m)),f(f(f(m))),\ldots$.